Ik wil schrijver worden. Al gebiedt mij de eerlijkheid te zeggen dat dit voorlopig nog niet van een leien dakje loopt. Ik kom op mijn PC vaak niet verder dan één of twee zinnen en deze trekken dan nog op niets ook. Juist genoeg om uw kont met af te vegen. Maar dat is niet zo eenvoudig met een beeldscherm, laat staan dat je het erna nog doorgespoeld krijgt ook. Toch heb ik het één keer geprobeerd, je moet namelijk alles eens een keer in je leven geprobeerd hebben. Het was een staaltje behendigheid van de bovenste plank maar met weinig voldoening, want ik kwam tot de conclusie dat je niet helemaal tussen je bilspleten raakt met een beeldscherm. Resultaat: achteraf een bruine streep in je onderbroek. Maar dan moet eigenlijk het moeilijkste nog komen en dat is het doorspoelen van het hele geval. Laten we zeggen dat het enige wat je overhoudt een kapot beeldscherm is en een woeste vriendin die vloekend de stront van het scherm probeert af te vegen in de hoop het ding alsnog aan de praat te krijgen. Vergeefse moeite natuurlijk, een beeldscherm is voorlopig nog niet opgewassen tegen bruine (half)verteerde etensresten en grote hoeveelheden spoelwater, laat staan tegen het veelvuldig slaan en duwen om toch te proberen het scherm doorgespoeld te krijgen. Gelukkig gebruik ik een PC om te schrijven en geen laptop. Nu moest ik enkel een nieuw beeldscherm kopen, anders een heel nieuw toestel. Trouwens, nu ik er zo over nadenk, probeer je gat maar eens af te kuisen met een laptop. Kans is groot dat het dichtklapt en je ballen plet. Dan blijf je achter met én geplette ballen én een woeste vriendin, wat de kans op het masseren van je geplette ballen aanzienlijk vermindert.
Maar bon, mijn poging tot schrijven beperkt zich dus voorlopig nog alleen tot het staren naar een wit leeg blad en de hoop om ooit minstens zo goed te worden als de beste schrijver van de hele wereld, het heelal en ver daarbuiten, Herman Brusselmans.
Ja ja, je leest het goed, dé Herman Brusselmans. Je moet de lat namelijk altijd zo hoog mogelijk leggen. Dat heb ik geleerd van mijn overgrootvader. Die legde de lat ook altijd zo hoog mogelijk. Tot hij de lat eens probeerde op de schoorsteen te leggen. Dit was, zo dacht hij, namelijk het hoogste dat hij de lat ooit zou kunnen leggen. Tot hij, terwijl hij bezig was de lat op de schoorsteen te leggen, plots het appartementsgebouw achteraan de straat in het oog kreeg. Dat gebouw was godverdomme nog hoger. En, zo viel hem op dat ogenblik te binnen, het Atomium in Brussel was nóg hoger. Daar kon je pas de lat hoog leggen. Het zou niet makkelijk zijn helemaal tot de hoogste bol te klimmen, maar iemand die de lat altijd zo hoog mogelijk wil leggen laat zich door niets of niemand afremmen. Hij zou de lat op het hoogste punt van het Atomium leggen en daarmee basta! Maar ik denk dat op dat ogenblik Onze Lieve Heer in de Hemel genoeg kreeg van mijn overgrootvader en zijn ideeën om steeds maar weer de lat hoger te willen leggen. Want op het moment dat hij terug langs het schuin dak naar beneden wilde glijden landde er een witte duif op de schouder van mijn overgrootvader. Op zich niets bijzonder, mijn overgrootvader had ooit de ‘het zo lang mogelijk een witte duif op je schouder laten zitten’ wedstrijd gewonnen, maar deze witte duif was allesbehalve een beschaafde witte duif. Ze scheet namelijk mijn overgrootvader zijn hele trui onder. ‘Gij ze vunzige vuile strontduif!’ riep mijn overgrootvader en probeerde en passant de nek van de vogel om te wringen. Ik weet niet of je zelf al eens geprobeerd hebt om een duif de nek om te wringen, maar ik ben er vrij zeker van dat empirisch onderbouwd onderzoek hiernaar zou uitwijzen dat geen enkele duif dit zomaar laat gebeuren. De witte duif vloog dus in zeven haasten op van mijn overgrootvader zijn schouder waardoor deze laatste zijn evenwicht verloor en tientallen meters naar omlaag viel, los op zijn nek. Het laatste wat door mijn overgrootvader heen ging voor het definitief zwart werd was dat hij in plaats van altijd maar de lat hoger te hebben willen leggen, hij beter één keer in zijn leven eens had geprobeerd om een beeldscherm door het WC te spoelen.
Ter nagedachtenis aan mijn overgrootvader heb ik in onze familie dan maar de rol op mij genomen om de lat altijd zo hoog mogelijk te leggen. En als schrijver is het hoogste wat je kan bereiken, het summum als het ware, op dezelfde eenzame hoogte te komen als Herman Brusselmans. Maar dat is allesbehalve eenvoudig. Eerst en vooral beschik ik al niet over het mooie lange zwarte en weelderige haar waar Herman zo voor geroemd wordt. Integendeel zelfs. Als een luis op mijn hoofd terecht komt krijgt het dadelijk een acute aanval van agorafobie. Geen enkel haartje om zich achter te verschuilen. Ik heb daar eigenlijk wel lang een complex over gehad, over mijn kaalheid. Lange tijd heb ik de mensen verteld dat ik gewoon nogal een groot voorhoofd had, maar dat kan je natuurlijk niet blijven volhouden. Ondertussen heb ik me er bij neergelegd en beseft dat er ergere dingen in het leven zijn. Je hebt mannen die bij het ouder worden tieten krijgen of impotent worden, ik verloor gewoon mijn haar. Een kale impotente man van 35 jaar met hangtieten, dat is pas een echte loser. Naast het haar beschik ik ook niet over het gave gezicht van de erudiete schrijver die Herman Brusselmans toch wel is. Als je hem zo op TV bezig ziet, je zou hem een jaar of 30 schatten. Dat kan natuurlijk ook wel liggen aan het feit dat zijn vriendin Lena midden de 20 is. Zo’n jonge hitsige deerne houd je natuurlijk wel jong en scherp. Maar als ik helemaal eerlijk met mezelf ben is er dan toch iets wat ik meer heb dan mijn idool. Mijn vriendin is gewoon mooier. Zij is de allermooiste vrouw op de hele wereld. Én de beste moeder die een kind zich maar kan inbeelden.
Nu ik alles zo nog eens nalees: fuck die ode aan Herman Brusselmans, laat deze tekst maar een ode aan mijn vriendin zijn. Ik zeg haar dat te weinig, dat ze de mooiste is en dat ik haar doodgraag zie. Ik ben nu eenmaal niet zo goed in het tonen van mijn emoties.
Kortom: beste Herman Brusselmans, een gelukkige verjaardag en blijf schrijven, het Vlaamse literaire landschap zou zonder jou heel wat minder boeiend zijn. En ik besef, samen met al diegenen die deze ode zullen lezen, dat ik nooit zo’n goede schrijver zal worden als jou. Maar als het op de lat zo hoog mogelijk leggen aankomt, heb ik met mijn vrouw wat dat betreft het hoogst mogelijke haalbare voor een man bereikt. En daar ben ik elke dag dankbaar voor…
(Geza)Ni(c)k
9 oktober 2017